Als een dga emigreert, wordt voor de heffing van inkomstenbelasting gedaan alsof hij zijn aandelen heeft vervreemd. Over de waardeaangroei van zijn (aanmerkelijk belang-)aandelen in de periode dat de dga in Nederland woonde, wordt belasting geheven in de vorm van een zogenoemde conserverende belastingaanslag. Voor deze conserverende belastingaanslag wordt op grond van de huidige wetgeving tien jaar uitstel van betaling verleend. Na afloop van de tienjaarstermijn wordt de aanslag op verzoek kwijtgescholden.
Omstandigheden die ertoe leiden dat de conserverende belastingaanslag binnen de tienjaarstermijn moet worden betaald zijn onder andere:
De wetgever constateert dat dga’s die naar het buitenland verhuizen dit vaak doen voor een periode van tenminste tien jaar en in die periode géén handelingen verrichten die tot invordering van de conserverende aanslag leiden. Kwijtschelding is daarom de regel geworden, en betaling van de conserverende aanslag de uitzondering. Bovendien, zo constateert het kabinet, veelal wordt (kort) na emigratie een winstuitdeling tot net onder 90% van de aanwezige winstreserves aan de aanmerkelijkbelanghouder gedaan. Deze winstuitdeling leidt dan niet tot inning van de conserverende belastingaanslag. De dga kan vervolgens na afloop van de tienjaarstermijn de resterende reserves uitkeren of het aanmerkelijk belang vervreemden. Met deze (combinatie van) handelingen wordt voorkomen dat de conserverende belastingaanslag wordt geïnd. Het verleende uitstel van betaling op de conserverende belastingaanslag leidt dan tot afstel. Immers, de conserverende belastingaanslag wordt na afloop van de tienjaarstermijn kwijtgescholden. Het kabinet ziet dit als ongewenste belastingontwijking (constructie).
Het kabinet acht het wenselijk dat de in Nederland over het aanmerkelijk belang opgebouwde fiscale claim behouden blijft en dat voornoemde belastingontwijking wordt tegengegaan. Daarom stelt het kabinet drie maatregelen voor. Ten eerste leiden winstuitdelingen na emigratie in alle gevallen tot een (gedeeltelijke) intrekking van het uitstel van betaling van de conserverende belastingaanslag. Ten tweede vervalt de tienjaarstermijn en wordt de conserverende belastingaanslag niet meer na tien jaar kwijtgescholden. Tot slot wordt een vennootschap na verplaatsing naar het buitenland steeds geacht in Nederland te zijn gevestigd, zolang de conserverende aanslag nog niet volledig is voldaan. Het gaat hierbij om vennootschappen die tenminste vijf jaren in Nederland gevestigd zijn geweest. Hierdoor kan Nederland ook na de verplaatsing van de vennootschap en emigratie van de dga inkomstenbelasting heffen over dividenden op grond van de nationale wet.
Om anticipatiegedrag te voorkomen zijn de voorgestelde maatregelen per direct van toepassing. Dat wil zeggen op emigraties na bekendmaking van het wetsvoorstel op 15 september 2015, 15.15 uur.
Door deze direct ingaande maatregelen wordt emigreren vanuit fiscaal perspectief een stuk minder interessant. Op dit moment vragen wij ons nog af of de eerste maatregel onder (alle) verdragen is toegestaan. Mogelijk kan Nederland de conserverende aanslag niet altijd innen als dividenduitkeringen worden gedaan.
Door de maatregelen neemt het belang van de bedrijfsopvolgingsregeling neemt toe. Onder de huidige bedrijfsopvolgingsregeling kan de aanmerkelijkbelangclaim van generatie op generatie worden doorgeschoven. Dat leidt dan niet tot afstel van belastingclaim, maar mogelijk wel tot heel lang belastinguitstel. Ook kan natuurlijk simpelweg worden gedacht aan een emigratie vóórdat de waardeaangroei van de aanmerkelijk belang-aandelen zich heeft voorgedaan. In zo’n geval heeft Nederland nog geen claim die behouden moet blijven.
Heb je vragen of wil je persoonlijk advies? Neem gerust contact met ons op. Wij staan voor je klaar.