Zoeken op

Zoeken op

Alles

13 juli, 2022

Eigen bijdrage van cliënten voor verslavingszorg vrijgesteld van BTW

Is de eigen bijdrage van cliënten voor verslavingszorg vrijgesteld van BTW? In dit artikel geven we een voorbeeld uit de praktijk aan de hand van een uitspraak van de rechtbank.

Meer artikelen
Eigen bijdrage cliënten verslavingszorg vrijgesteld van BTW

Bedrijf gaat uit van vrijstelling BTW

Bedrijf X was een private GGZ-instelling die actief was in de verslavingszorg. Deze zorg verrichtte zij zowel intramuraal als ambulant. In de jaren 2012 tot en met 2016 werd het grootste deel van de verleende verslavingszorg door zorgverzekeraars vergoed, maar X bracht aan haar cliënten ook een eigen bijdrage van € 5.000 in rekening. X maakte voor de door haar verleende verslavingszorg gebruik van de vrijstelling van artikel 11, lid 1, onderdeel c, Wet OB, op grond waarvan het verzorgen en het verplegen van in een inrichting opgenomen personen en de daarmee nauw samenhangende handelingen waren vrijgesteld van BTW. Zij stelde dat ook de eigen bijdragen van haar cliënten waren vrijgesteld, omdat deze bijdragen deel uitmaakten van de totale vergoeding voor de verleende verslavingszorg.

In het gelijk gesteld

De inspecteur stelde echter dat de cliënten de eigen bijdragen betaalden voor andere prestaties dan de vrijgestelde verslavingszorg. X ging in beroep. Rechtbank Gelderland stelde haar in het gelijk. Cliënten van X konden zich na een verwijzing door de huisarts aanmelden voor de behandeling. Als het intaketraject goed was doorlopen, kwam de zorgovereenkomst tot stand en nam X contact op met de zorgverzekeraar. X viel tot 2016 echter niet onder de gecontracteerde zorg, waardoor de zorgverzekeraar slechts een percentage van het landelijk gecontracteerde tarief vergoedde. De eigen bijdrage bracht X in rekening als private bijdrage voor de behandeling.

Geen recht op een hogere aftrek

Op grond hiervan was het volgens de Rechtbank aannemelijk dat de eigen bijdragen werden betaald voor de verslavingszorg. De inspecteur had niet aannemelijk gemaakt dat X naast het bieden van verslavingszorg nog andere handelingen verrichtte, laat staan dat de eigen bijdragen met die andere handelingen in een rechtstreeks verband stonden. De eigen bijdragen waren vrijgesteld van BTW. X had volgens de Rechtbank echter geen recht op een hogere aftrek aan voorbelasting dan door de inspecteur was berekend. De omzet van X bestond voor een klein deel uit belaste prestaties. Het betoog van X dat zij nagenoeg alle voorbelasting in aftrek kon brengen, kwam er in feite op neer dat nagenoeg alle voorbelasting direct kon worden toegerekend aan de belaste prestaties. De Rechtbank vond dit zonder nader bewijs niet aannemelijk, omdat de belangrijkste activiteit van X de voor de BTW vrijgestelde verslavingszorg was.

Neem contact op

Heb je een vraag of wil je persoonlijk advies? Neem gerust contact met ons op. Wij staan voor je klaar.

Neem contact op

Meer artikelen