Op 20 mei 2022 is de voorjaarsnota gepubliceerd. Lees hieronder een korte samenvatting. Belangrijk punt dat ontbreekt, zijn de plannen voor de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR). Hiervoor wordt de BOR-evaluatie afgewacht en horen we later dit jaar meer.
VPB: verlaging van de lage-schijfgrens van €395.000 naar €200.000 (2023).
FOR (Fiscale oudedagsreserve): geen opbouw meer vanaf 2023.
Gebruikelijk loon DGA: doelmatigheidsmarge van 25% naar 15%.
30%-regeling: beperking tot een salaris van maximaal de Balkenende norm (€216.000 in 2022) vanaf 2024. Er komt een overgangsregeling met ingroeipad van 3 jaar.
2. Vermogen
Box 2: twee schijven: 26% over €67.000 en 29,5% over het meerdere per 2024.
Box 3: verhoging heffingsvrijvermogen teruggedraaid (dus niet naar €80.000).
OVB hoge tarief: niet verhogen naar 9%, maar naar 10,1% per 2023.
3. Overig
Algemene heffingskorting: afbouw door niet alleen rekening te houden met het box 1 inkomen, maar ook met het box 2 en box 3 inkomen (verzamelinkomen) vanaf 2025.
Ouderenkorting: terugdraaien voorgenomen verhoging (zou zijn €376).
Onbelaste reiskostenvergoeding: van 19ct naar (waarschijnlijk) 21ct vanaf 2023, en dan waarschijnlijk naar 23ct vanaf 2024.
Afkoop lijfrente bij arbeidsongeschiktheid: revisierente alleen over het bedrag waarmee de afkoopgrens wordt overschreden (goedgekeurd in MvF 8 september 2020, nr. 2020-16039).
4. Niet-fiscaal
AOW: koppeling aan het minimumloon
AOW: afschaffen inkomens ondersteuning AOW. Stapsgewijze verlaging in 2023 en 2024 naar afschaffing vanaf 2025.
Minimumloon (WML): verhoging vervroegen naar 2023. Het WML gaat in 2023 2,5% omhoog, in 2024 weer 2,5% en in 2025 2,32%
Kinderbijslag (AKW): wetsvoorstel om over 2022, 2023 en deels over 2024 niet te indexeren, wordt ingetrokken.