Bedrijf X claimde in zijn aangifte IB 2016 een giftenaftrek van € 2.555, maar de inspecteur beperkte de aftrek tot € 1.829. X ging in beroep en stelde dat ook de door hem betaalde kosten voor deelname aan een loterij als giften aftrekbaar waren, omdat de loterij door de Belastingdienst was aangemerkt als ANBI.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant stelde X in het ongelijk, omdat in dit geval geen sprake was van een gift. X had als gevolg van zijn betalingen voor deelname loten ontvangen waarmee hij kans maakte op prijzen. Van het ontvangen van de loten kon niet worden gezegd dat sprake was van een (meer dan) bijkomstig belang of een symbolische prestatie.
De vergelijking die X maakte met bijdragen aan kerkelijke instellingen ging volgens de Rechtbank niet op. Hoewel kerkelijke instellingen wel gelegenheid boden tot geloofsbelijdenis, was het daarvoor in zijn algemeenheid geen vereiste dat daarvoor een bijdrage werd geleverd. In zoverre was er bij dergelijke bijdragen dus geen sprake van een directe tegenprestatie. Dat de betalingen waren gedaan aan een instelling die was aangemerkt als ANBI maakte het oordeel ook niet anders, omdat dat niet de enkele voorwaarde was voor de aftrek van giften.