Over de btw-positie van commissarissen en leden van raden van toezicht is al langere tijd onduidelijkheid. Vorig jaar wees het Europese Hof van Justitie een arrest over commissarissen en recentelijk oordeelde de Hoge Raad over de positie van een lid van een bezwaaradviescommissie.
Op 18 juni 2019 schreven wij dat een lid van de raad van commissarissen geen btw-ondernemer is. Het Europese Hof concludeerde dat een lid van de raad van commissarissen niet zelfstandig economische activiteiten verricht en daardoor niet als btw-ondernemer kwalificeert. In het verlengde hiervan, oordeelde de Hoge Raad onlangs dat de voorzitter van een bezwaaradviescommissie ook geen zelfstandig economische activiteiten verricht en daardoor ook geen btw-ondernemer is
Een lid van diverse bezwaaradviescommissies ontving een vergoeding voor haar werkzaamheden. Zij ontving alleen een vergoeding als ze daadwerkelijk werkzaamheden voor een bezwarenadviescommissie zou verrichten. De hoogte van deze vergoedingen is vooraf vastgesteld in het Besluit vergoedingen adviescolleges en commissies. De ministeries waarvoor zij in deze commissies zat, weigerden bovenop de vooraf vastgestelde vergoeding btw te betalen. De Belastingdienst is van mening dat het lid, als voorzitter van deze commissies, wel als btw-ondernemer kwalificeert en dus btw op aangifte moest voldoen. De Hoge Raad oordeelt dat zowel de voorzitter, als de andere leden van de bezwaaradviescommissies, geen werkzaamheden als btw-ondernemer verrichten.
Volgens artikel 7 lid van de Wet op de omzetbelasting wordt als ondernemer aangemerkt, iedereen die zelfstandig een bedrijf uitoefent. Er is geen sprake van zelfstandigheid als er sprake is van iemand in loondienst of een andere vorm van ondergeschiktheid aan een werkgever. Er is geen sprake van ondergeschiktheid wanneer de betrokken persoon werkzaamheden of handelingen verricht:
De Hoge Raad oordeelt dat zowel de voorzitter als de overige leden geen individuele taken of verantwoordelijkheid hebben. De werkzaamheden worden verricht als lid van de commissie en niet op eigen naam, voor eigen rekening of onder eigen verantwoordelijkheid. De leden lopen geen economisch risico. De overweging van het Hof, dat het feit dat je vooraf niet weet hoe vaak je daadwerkelijk werkzaamheden mag verrichten voor een bezwarenadviescommissie leidt tot het lopen van een economisch risico, houdt bij de Hoge Raad geen stand.
Volgens de Hoge Raad moet economisch risico worden gedragen over de verrichte werkzaamheden. Daarvan is geen sprake aangezien de leden geen individuele verantwoordelijkheid dragen en niet aansprakelijk zijn voor eventuele schade
Dit arrest schept weer wat meer wat meer duidelijkheid ten aanzien van de positie van commissarissen, leden van raden van toezicht, etc. Het roep echter ook weer vragen op over de positie van interim-managers. Wellicht dat de staatsecretaris van Financiën naar aanleiding van dit arrest met een nieuw besluit komt om de btw-positie van commissarissen, etc. te verduidelijken.
Neem voor vragen contact op met de btw-adviesgroep.