Zijn managementactiviteiten vrijgesteld van btw? In dit artikel gaan we in op een zaak waarbij een maatschap stelde dat de vergoeding voor de managementactiviteiten net als de vergoeding voor medisch specialistische diensten was vrijgesteld van BTW. Wat vindt Het Hof?
Maatschap X was een maatschap van medisch specialisten in een ziekenhuis. Binnen X had ieder specialisme zijn eigen vakgroep. Er waren 7 vakgroepen met elk een voorzitter, die managementhandelingen verrichtten. Ze besteedden daar 5 tot 6 uur per week aan, ongeveer 10% van hun arbeidstijd. De managementhandelingen bestonden uit het organiseren en coördineren van de zorgdiensten. De totale omzet van X bedroeg zowel in 2015 als in 2016 ruim € 12 mln.
In mei 2017 reikte X aan het ziekenhuis een factuur uit van € 180.619 voor de in 2016 verrichte managementwerkzaamheden. X voldeed € 32.236 aan BTW op aangifte, maar stelde vervolgens dat de vergoeding voor de managementactiviteiten net als de vergoeding voor medisch specialistische diensten was vrijgesteld van BTW. De inspecteur verleende de vrijstelling niet. X ging in beroep.
Hof Arnhem-Leeuwarden was het net als Rechtbank Noord-Holland met X eens dat de managementactiviteiten waren vrijgesteld van BTW op grond van artikel 11, lid 1, onderdeel g, sub 1, Wet OB. Het Hof verwierp de stelling van de inspecteur dat X twee te onderscheiden diensten verleende; medische specialistische diensten ten gunste van de patiënten en managementdiensten ten gunste van het ziekenhuis. Het ziekenhuis moest als afnemer van zowel de medisch specialistische diensten als de managementdiensten worden beschouwd. De managementdiensten van X waren volgens het Hof niet zelfstandig, maar bijkomende prestaties bij de medisch specialistische diensten. De managementdiensten vloeiden noodzakelijkerwijs voort uit en hingen nauw samen met de medisch specialistische diensten.
In wezen werden de managementdiensten alleen uitgesplitst om inzicht te krijgen in de opbouw van de totale vergoeding die X van het ziekenhuis ontving. Het verrichten van medische diensten en het verrichten van het daar bijkomende management gold volgens het Hof als eenzelfde aan het ziekenhuis verrichte prestatie, waarbij de managementdiensten het fiscale lot van de hoofdprestatie – te weten het verrichten van medische diensten – volgden. Het Hof verklaarde het hoger beroep van de inspecteur ongegrond.
Heb je een vraag of wil je persoonlijk advies? Neem gerust contact met ons op. Wij staan voor je klaar.