In Nederland wordt in 2020 inkomen uit arbeid (box 1) belast tegen een maximaal tarief van ‘slechts’ 49,5 procent. Dat lijkt netjes, maar het tarief is misleidend. Allerlei inkomensafhankelijke kortingen en toeslagen zorgen voor een veel hogere belastingdruk dan het hoogste tarief. Het staat in een bijlage bij de miljoenennota.
In Nederland wordt in 2020 inkomen uit arbeid (box 1) belast tegen een maximaal tarief van ‘slechts’ 49,5 procent. Dat lijkt netjes, maar het tarief is misleidend. Allerlei inkomensafhankelijke kortingen en toeslagen zorgen voor een veel hogere belastingdruk dan het hoogste tarief. Het staat in een bijlage bij de miljoenennota.
Het huidige box 3-tarief is 30 procent. Inkomsten uit vermogen worden dus duidelijk lager belast worden dan inkomsten uit arbeid. Maar ook dat is misleidend. Het gaat er immers om waarover je het tarief berekent. In box 3 is dat tot op heden het forfaitaire, oftewel het veronderstelde, rendement op het saldo van het werkelijke vermogen.
De Hoge Raad heeft de overheid gedwongen box 3 te veranderen. Daar gaan ze tot 2022 de tijd voor nemen. Belangrijkste plan is dat spaargeld een forfaitair rendement krijgt van 0,9 procent en 400 euro belastingvrij inkomen. Dat houdt in dat een alleenstaande met een spaarpot van 440.000 euro geen box 3 heffing meer betaalt vanaf 2022. Gehuwden mogen dit zelfs verdubbelen. Dat is bijzonder positief. Maar stel dat je na 2022 besluit om 200.000 euro daarvan uit te lenen aan je kinderen. Dan betaal je gelijk 3.518 euro belasting over het forfaitair inkomen. Het forfaitair inkomen wordt namelijk voor al het andere vermogen dan spaargeld op 5,33 procent gesteld. Het tarief gaat ook omhoog: 33 procent. Nog meer slecht nieuws is dat op schulden straks een apart forfaitair negatief rendement van 3.03 procent gaat gelden. Iemand moet het betalen hè?
Het slechtste nieuws is dat de regeling erg ingewikkeld wordt. Immers, het is wel erg aantrekkelijk om snel je geld op een spaarrekening te zetten voor de peildatum van 1 januari (het moment dat je vermogen wordt gepeild voor box 3). Spaargeld blijft immers vrij en dat is een stuk gunstiger dan 33 procent over 5,33 procent forfaitair rendement betalen. Hierdoor is ingewikkelde anti-misbruikwetgeving nodig om slimmeriken tegen te gaan.
Je merkt het aan alles: de overheid heeft een moetje te pakken. Toch doet Staatssecretaris Snel alsof hij een enorme belastingwijziging voorstelt. ‘Grootste fiscale verandering van de eeuw sinds 2001’, zo zegt hij. Deze enorme verandering houdt in dat je geen belasting meer betaalt over inkomsten uit je spaargeld omdat je geen inkomsten uit je spaargeld hebt. Dat presenteren als een grootse wijziging is kunst.