Al langere tijd bestond onduidelijkheid over de vraag of de detacherings- en payroll-overeenkomst in essentie verschillen van de uitzendovereenkomst.
Bij elk van deze overeenkomsten wordt door een werkgever bedrijfsmatig personeel ter beschikking gesteld aan een derde (de inlener). Op een aantal punten verschillen deze 3 overeenkomsten. Zo werft de payroll-werkgever het personeel niet zelf, wat een uitzendbureau wel doet. En de uitzendovereenkomst is wettelijk geregeld, maar payrolling en detachering hebben geen directe wettelijke basis.
Aan de bestaande onduidelijkheid heeft de Hoge Raad onlangs een einde gemaakt.
In een zaak van het pensioenfonds voor de uitzendbranche (Pensioenfonds StiPP) tegen de payroll-werkgever Care4Care is begin november uitgemaakt dat payrolling en detachering juridisch niet verschillen van uitzenden; zonder essentieel onderscheid met uitzendwerkgevers stellen payroll-werkgevers net als uitzendbureaus bedrijfsmatig personeel ter beschikking van derden. En dat geldt ook voor detacheringsbedrijven.
Voor individuele situaties geldt dat lagere rechters nog kunnen oordelen dat bij payrolling of detachering geen sprake is van uitzending en de juridische gevolgen daarvan. Payrollwerkgevers en detacheringsbedrijven doen er echter goed aan er niet te snel op te rekenen dat zij beroep kunnen doen op een uitzonderingspositie.
Overigens geldt deze uitspraak niet voor de werkgevers die niet-bedrijfsmatig personeel ter beschikking stellen. Die werkgevers moeten weliswaar bedacht blijven op hun (lichte) registratieplicht bij KvK op basis van de Waadi, maar zolang zij als hoofd-bedrijfsactiviteit geen personeel aan derden ter beschikking stellen, hoeven die werkgevers ook na deze uitspraak niet te vrezen voor de ABU-cao, StiPP of sector 52.
Neem bij vragen of behoefte aan advies gerust contact op met de adviesgroep Personeel & Salaris of met uw adviseur bij Moore MTH.