Het samenstellen van jaarrekeningen is een kernactiviteit van Moore MTH. Maar wat houdt samenstellen nu precies in? Deze vraag kan tot verschillende antwoorden leiden, afhankelijk van of je het bekijkt vanuit de theorie of vanuit hoe het in de praktijk wordt beleefd door klanten en medewerkers van Moore MTH. In deze blog leggen we beide uit.
Het administratieve proces dat leidt tot de jaarrekening kan in drie fasen worden opgedeeld:
Samenstellen is alleen fase 3, voor zover een accountant dat doet. Volgens de regelgeving in Standaard 4410 van de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants, ondersteunt de accountant met zijn specifieke kennis van financiële verslaggeving, de onderneming bij het opmaken van de jaarrekening. Hij vertaalt daarbij de informatie van de onderneming (waaronder de definitieve saldibalans uit fase 2), naar een jaarrekening die voldoet aan de wettelijke vereisten. De accountant hoeft de informatie van zijn klant niet te controleren of verifiëren. Wel wordt van hem verwacht dat hij zaken die hem opvallen met de klant bespreekt.
Volgens de theorie hoeft de accountant dus eigenlijk alleen maar de informatie van de klant te verwerken, zonder inhoudelijke werkzaamheden met betrekking tot deze informatie uit te voeren. De praktijk is echter anders, vooral wanneer de accountant ook bij fase 2 betrokken wordt. Want dan verwacht de klant dat de accountant aandacht schenkt aan de juistheid van de cijfers. En dat is terecht, want bij het uitwerken van de boekhouding naar definitieve jaarcijfers gaat het juist om de correcte bepaling van de desbetreffende bedragen. Maar ook als de accountant alleen wordt ingeschakeld in fase 3 verwacht de klant, en ook het maatschappelijk verkeer, meer van de accountant dan alleen het overnemen van de cijfers van de klant in een jaarrekening. Anderzijds is een samenstelopdracht niet hetzelfde als een beoordelings- of controleopdracht. De vraag is dus hoever een accountant bij zijn samenstelwerkzaamheden moet gaan. We illustreren dit aan de hand van een voorbeeld met betrekking tot de balanspost debiteuren en de daarbij behorende voorziening voor oninbaarheid.
De accountant kan niet volstaan met het overnemen van de bedragen uit de definitieve saldibalans in de jaarrekening. Hij stelt om te beginnen vast dat de post debiteuren wordt onderbouwd door een openstaandepostenlijst. Verder beoordeelt hij of de post als zodanig aanleiding geeft tot vragen, bijvoorbeeld omdat het saldo sterk afwijkt van het vorige boekjaar of niet logisch is in verhouding tot de ontwikkeling van de omzet. Hij hoeft niet vast te stellen of de debiteuren in het volgende boekjaar hebben betaald, maar hij vraagt wel naar de posten die nog openstaan wanneer hij de samenstelwerkzaamheden uitvoert. Hij bespreekt met de klant of voor deze posten een voorziening nodig is.
Onder het begrip ‘informatie van de klant’ vallen de saldibalans, de openstaandepostenlijst, het antwoord van de klant op vragen die de accountant stelt naar aanleiding van de beoordeling van het debiteurensaldo en de beweringen van de onderneming over de voorziening. In beginsel kan de accountant deze informatie voor waar aannemen, tenzij hij een reden heeft om te veronderstellen dat deze informatie onjuist, onvolledig of anderszins misleidend is. In dat geval moet hij aanvullende informatie van de onderneming vragen. Voorbeeld: bij de bespreking van de openstaande debiteuren en de voorziening blijkt dat een vordering al twee jaar openstaat, en dat de klant hiervoor geen voorziening wil opnemen. Dan moet de accountant doorvragen waarom de klant nog steeds verwacht dat deze vordering zal worden voldaan. Als de accountant op dergelijke vragen geen antwoord krijgt, of als het antwoord onbevredigend is, moet de accountant de samenstelopdracht teruggeven.
Om misverstanden en discussies achteraf te voorkomen is het handig om de diepgang van de werkzaamheden vooraf met elkaar af te stemmen. Als de klant verwacht dat de accountant meer werk doet dan voor een samenstelopdracht noodzakelijk is, kan dan ofwel de verwachting van de klant worden bijgesteld, ofwel worden afgesproken dat de accountant deze werkzaamheden toch uitvoert.
De samenstellingsverklaring is niet meer dan een bevestiging dat de accountant de jaarrekening heeft samengesteld op basis van door de klant aangeleverde informatie, met expliciete vermelding van het feit dat er geen controle- of beoordelingsopdracht is uitgevoerd. Heeft zo’n verklaring dan wel toegevoegde waarde voor de gebruiker? Het antwoord is ja, want de gebruiker weet dat een accountant op de hierboven vermelde wijze naar de cijfers en de toelichtingen heeft gekeken. Daardoor kan hij meer vertrouwen in de jaarrekening stellen dan wanneer de onderneming deze zelf opstelt.
Heb je een specifieke vraag over jouw situatie? Neem dan contact op met je relatiebeheerder.