In de op vrijdag 28 april 2023 aangeboden Voorjaarsnota 2023 vallen een aantal fiscale maatregelen op die het kabinet voor ogen heeft. Wij hebben een top 5 voor jou samengesteld. Daarnaast een opsomming van een aantal andere fiscale maatregelen uit deze Voorjaarsnota 2023.
Zie voor een kort en bondige samenvatting ons artikel hierover.
Al eerder kondigde het kabinet aan dat het de doelmatigheid en uitvoerbaarheid van de bedrijfsopvolgingsregeling in schenk- en erfbelasting (hierna: BOR) en de doorschuifregeling bij bedrijfsopvolgingen in de inkomstenbelasting (DSR) wil verbeteren. Ook wil het zo veel mogelijk knelpunten voor ondernemers wegnemen. Hiertoe is in de voorjaarsnota een aantal fiscale maatregelen genoemd:
Let op!
Over deze maatregelen zijn nog weinig details bekend. De planning is dat deze maatregelen eind juni 2023 in een Kamerbrief uitgebreider worden toegelicht.
Het kabinet is voornemens om de volgende verfijningen in box 3 vanaf 2023 te realiseren:
Tip!
Al eerder bekend, maar nu ook in de Voorjaarsnota 2023 opgenomen, is het uitstel van het nieuwe box 3-stelsel op basis van werkelijk rendement (naar op zijn vroegst 2027).
Als een HIR gevormd is, kan deze later worden afgeboekt bij de aanschaf van een nieuw bedrijfsmiddel. Hiervoor gelden allerlei voorwaarden. Voor het toepassen van een HIR bij een gedeeltelijke staking van een onderneming door overheidsingrijpen gelden nu al soepelere voorwaarden. Deze voorwaarden worden per 2024 verruimd, zodat de HIR ook toegankelijker wordt voor onder andere stoppende agrariërs.
Als een voorlopige aanslag gedurende het lopende jaar in een keer wordt betaald, kan in de inkomstenbelasting een betalingskorting worden toegepast. Vanaf 2023 is deze betalingskorting voor de voorlopige aanslag vennootschapsbelasting al afgeschaft. Vanaf 2024 wordt deze betalingskorting ook voor de voorlopige aanslag inkomstenbelasting afgeschaft.
Het kabinet geeft in de Voorjaarsnota 2023 aan dat het in de aanloop naar de augustusbesluitvorming gaat kijken naar de doelmatigheid van het lage btw-tarief (9%). In het bijzonder kijkt het kabinet daarbij naar het 9% btw-tarief in de sierteelt, arbeidsintensieve diensten (zoals schilders, kappers en schoenmakers), cultuur (zoals boeken, musea en bioscopen) en logies (zoals hotels en campings). Vóór Prinsjesdag 2023 beslist het kabinet welke vervolgstappen het neemt. Als het kabinet beslist tot afschaffing van het 9%-btw-tarief voor een of meer van deze groepen of voor versobering, neemt het kabinet de impact op specifieke groepen daarin mee.
In de Voorjaarsnota zijn nog meer fiscale maatregelen opgenomen. Vind hieronder enkele opvallende zaken:
Let op!
De maatregelen zijn nog voorstellen. Ze moeten nog in wetsvoorstellen worden opgenomen. Deze moeten vervolgens nog door zowel de Tweede Kamer als de Eerste Kamer worden aangenomen.