Verenigingen en stichtingen met een relatief geringe winst zijn in de basis vrijgesteld van het betalen van vennootschapsbelasting. De Hoge Raad heeft op 21 januari 2022 een arrest gewezen die deze vrijstelling verruimd voor verenigingen en stichtingen die minder dan vijf jaar bestaan.
De winst van een stichting of vereniging kan in een jaar worden vrijgesteld als deze minder dan €15.000 bedraagt. Bedraagt de winst in een jaar meer dan €15.000, dan is de vrijstelling toch van toepassing als de winst van dat jaar zelf, samen met de winsten van de vier voorafgaande jaren, niet meer bedraagt dan €75.000. Overigens kun je ook een verzoek doen om de vrijstelling niet toe te passen.
In genoemd arrest van de Hoge Raad is beslist dat de winstgrens van €75.000 niet tijdsevenredig hoeft te worden toegepast voor verenigingen en stichtingen die minder dan vijf jaar bestaan. Bij een vereniging die bijvoorbeeld drie jaar bestaat, hoort nog steeds een totale winstgrens van €75.000 en niet van 3/5 x €75.000 = €45.000.Het arrest van de Hoge Raad heeft overigens niet tot gevolg dat kan worden teruggekomen op reeds definitief opgelegde aanslagen.
Als een vereniging of stichting belastingplichtig was doordat deze op basis van de tijdsevenredige benadering boven de winstgrens uit kwam, maar door het arrest van de Hoge Raad nu toch is vrijgesteld, zou normaliter een eindafrekeningswinst in aanmerking worden genomen. In het besluit is vanaf 21 januari 2022 wordt echter goedgekeurd dat deze achterwege mag blijven.
Heb je vragen over de ruimere winstvrijstelling voor verenigingen en stichtingen met een geringe winst, neem dan gerust contact met ons op. Wij staan graag voor je klaar!