In deze zaken ging het over de toepassing van het verlaagd BTW-tarief op hulpmiddelen voor huidaandoeningen.
bv X verkocht onder de naam Gladskin producten die werden gebruikt voor huidaandoeningen. Denk aan eczeem, acne, rosacea en andere huidirritaties, zoals jeuk en roodheid waarbij de Staphylococcus auresu-bacterie een rol speelde. bv X vond dat het verlaagde BTW-tarief van toepassing was, maar de inspecteur legde een naheffingsaanslag op over het eerste kwartaal van 2018 naar het algemene BTW-tarief.
bv X ging in beroep, maar Rechtbank Den Haag en in hoger beroep Hof Den Haag stelden haar in het ongelijk. bv X ging in cassatie. Zij was het niet eens met de beslissing van het Hof dat voor de gemiddelde consument de kwaliteits- en controlewaarborgen rondom geregistreerde geneesmiddelen een beslissende factor konden zijn. Dit geldt bij het maken van de keuze tussen een geregistreerd geneesmiddel. Hierop is het verlaagde BTW-tarief van toepassing en de niet-geregistreerde Gladskin-producten.
De Hoge Raad besliste echter dat geregistreerde geneesmiddelen in de zin van post a.6 van Tabel I wat betreft het toepasselijke rechtskader zozeer verschilden van medische hulpmiddelen, dat het onderscheid tussen deze twee categorieën aanmerkelijke invloed had op de keuze. Dit geldt tussen overigens vergelijkbare producten door een consument die gemiddeld was geïnformeerd over de betekenis van dat onderscheid en die daarop gemiddeld oplettend was. Voor een maatstaf die uitging van een minder dan gemiddeld geïnformeerde of oplettende consument, was geen plaats.
Het Hof had volgens de Hoge Raad terecht beslist dat niet kon worden gezegd dat de Gladskin-producten voor de BTW-heffing uitwisselbaar waren met producten als bedoeld in de Geneesmiddelenwet. Hiervoor was een (parallel)handelsvergunning gegeven en de in artikel 40, lid 3, Geneesmiddelenwet bedoelde producten die zonder een dergelijke vergunning mochten worden verhandeld. Van een inbreuk op het fiscale neutraliteitsbeginsel was volgens de Hoge Raad geen sprake. De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie van bv X ongegrond.