Zoeken op

Zoeken op

Alles

1

De achtergrond van onze pionier en oprichter: De heer Meeuwsen

Op 11 september 1924 zag onze oprichter de heer Marinus Meeuwsen het levenslicht in ´s Heer Abtskerke te Zeeland. Het waren crisisjaren en vader Meeuwsen moest begin jaren ´30 door deze zware economische omstandigheden zijn boerderij verlaten en weer gaan inwonen bij zijn moeder.

Weduwe Meeuwsen had begin 1932 haar kruidenierswinkeltje in de voorkamer

Weduwe Meeuwsen had begin 1932 haar kruidenierswinkeltje in de voorkamer

In hetzelfde jaar viel in Noord Holland de Wieringermeerpolder droog. Een kans ! Het jonge gezin Meeuwsen twijfelde niet. Een nieuw leven, een eigen boerderij; het behoorde tot de mogelijkheden voor pioniers.

Vader Meeuwsen had deze ambitie. Oktober 1931 trok het gezin naar de Wieringermeer. Vanuit basiskamp Nieuwesluis werd het zware pionierswerk opgepakt. Begin 1932 spatte de droom al uiteen. Vader Meeuwsen overleed en moeder moest zorgen voor het jonge gezin met vijf kinderen. Zij startte in de voorkamer van haar woning een kruidenierszaak in Slootdorp en voorzag op die wijze zelfstandig in haar inkomen en de zorg voor de kinderen.

De jonge Marinus Meeuwsen, oudste zoon van het gezin, groeide op en ging naar de MULO. Daarna aan het werk bij de heren Silvis en Vos, een accountantskantoor in Middenmeer. Vanaf 1938 tot en met 1942 werd naast het werk ook gestudeerd. Daarna volgde de verplichte arbeitseinsatz. Meeuwsen werd 18 jaar oud en iedere Nederlandse jongen was verplicht om dan te gaan werken voor de Duitse bezetter. Meeuwsen werd tewerkgesteld bij een rubberfabriek in Hannover en raakte daar onfortuinlijk drie vingers kwijt van zijn rechterhand. Een bedrijfsongeval. Meeuwsen mocht even terug naar Nederland om te herstellen en is direct ondergedoken. Hij ging in het verzet en vertaalde vanuit de Wieringermeer berichten uit Engeland voor het dagblad Trouw.

Het einde van de oorlog was nabij. Het was 17 april 1945. Een bijzondere dag voor twee Polders. De Wieringermeerpolder werd door een geforceerde dijkdoorbraak door de bezetter volledig onder water gezet. Het water kwam tot 4,5 meter hoogte en de Wieringermeerpolder, nog maar net gewonnen van het water, was weer terug bij af. De inmiddels drooggevallen en deels gecultiveerde Noordoostpolder is op dezelfde dag ontzet en bevrijd van de bezetters, zonder al die vreselijke schade. Een schril contrast.

Moeder Meeuwsen moest in de Wieringermeerpolder na de overstroming weer helemaal opnieuw beginnen. Opnieuw pionieren. Er werden weer huizen gebouwd en in 1946 was er alweer een eerste oogst in de Wieringermeer. Marinus Meeuwsen nam militaire dienst na de oorlog en ging voor een opleiding naar Engeland om vervolgens te worden uitgezonden naar Nederlands Indië. Zijn rol bestond in het fourageren van de soldaten. Als inkoper van voeding was Meeuwsen veel onder de lokale boeren.